Thurn und Taxis: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting Label: bewerking met nieuwe wikitekstmodus |
|||
Regel 29:
=== Investeren in land ===
Het postmeesterschap was een riante bron van inkomsten die de Tassi schatrijk maakte. Aangezien [[sociale status]] nog in grote mate gelinkt was aan adellijke titels en dus grondbezit, was het verwerven van domeinen een prioriteit voor de familie. Eerst kocht Frans van Tassis een stadswoning in de [[Zavelwijk]], die zijn nakomelingen uitbreidden tot het magnifieke [[Hof van Thurn en Tassis]] (1500-1872). In de nabije [[Zavelkerk]] lieten ze twee grafkapellen inrichten. Eind 16e eeuw kocht [[Lamoraal van Tassis]] het [[kasteel van Buizingen]], later aangevuld met een [[heerlijkheid]] in [[La Roche-en-Ardenne]]. [[Lamoraal II Claudius Frans, graaf van Thurn en Tassis|Lamoraal II]] ruilde Buizingen in en verwierf van zijn schoonfamilie nieuwe domeinen in [[Kasteelbrakel]] en [[Itter (België)|Itter]] (1670). Als zomerverblijf richtte hij het [[Kasteel Beaulieu]] op.
De familie investeerde ook in land en dat zou uiteindelijk tot een eigen rijksvorstendom leiden. In 1618 verwierven zij Rohrenfels in het vorstendom [[Palts-Neuburg]] en lieten hier een slot bouwen. Deze bezitting was echter niet [[rijksvrijheid|rijksvrij]]. In 1635 werd hun de Spaanse titel graaf de la Tour et Valassina verleend. In 1647 verwierven ze door huwelijk van de familie Fauler von Randeck de heerlijkheid Horn. Dit gebied maakte deel uit van het kanton Kocher van de Rijksridderschap. Verder in 1648 een kwart van de burcht en heerlijkheid Wäschenbeuren, dat ook deel uitmaakte van rijksridderschappelijk gebied. Vanaf 1650 mochten ze binnen het Heilige Roomse Rijk de dubbele naam Thurn und Taxis voeren. Op 19-2-1681 werden hun bezittingen in de Spaanse Nederlanden (Kasteelbrakel en Haut-Ittre) verheven tot een Spaans vorstendom Thurn und Taxis. De heerlijkheid Horn werd in 1681 verkocht aan de familie Reichlin von Meldegg.▼
▲De familie investeerde ook in Duits land en dat zou uiteindelijk tot een eigen rijksvorstendom leiden. In 1618 verwierven zij Rohrenfels in het vorstendom [[Palts-Neuburg]] en lieten hier een slot bouwen. Deze bezitting was echter niet [[rijksvrijheid|rijksvrij]]. In 1635 werd hun de Spaanse titel graaf de la Tour et Valassina verleend. In 1647 verwierven ze door huwelijk van de familie Fauler von Randeck de heerlijkheid Horn. Dit gebied maakte deel uit van het kanton Kocher van de Rijksridderschap. Verder in 1648 een kwart van de burcht en heerlijkheid Wäschenbeuren, dat ook deel uitmaakte van rijksridderschappelijk gebied. Vanaf 1650 mochten ze binnen het Heilige Roomse Rijk de dubbele naam Thurn und Taxis voeren. Op 19-2-1681 werden hun bezittingen in de Spaanse Nederlanden (Kasteelbrakel en Haut-Ittre) verheven tot een Spaans vorstendom Thurn und Taxis. De heerlijkheid Horn werd in 1681 verkocht aan de familie Reichlin von Meldegg.
[[Eugen Alexander von Thurn und Taxis]] werd in 1686 door [[keizer Leopold I]] in de [[rijksvorst]]enstand verheven, een status die op 4 oktober 1695 erfelijk werd. In 1701 werd de familie tijdens de [[Spaanse Successieoorlog]] uit de Nederlanden verdreven en vestigde zich in [[Frankfurt am Main]], waar het [[Paleis Thurn und Taxis]] werd gebouwd.
|