Thurn und Taxis: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Label: bewerking met nieuwe wikitekstmodus
Geen bewerkingssamenvatting
Label: bewerking met nieuwe wikitekstmodus
Regel 5:
[[Bestand:Stamp Thurn und Taxis Post 1852.jpg|thumb|[[Postzegel]] van de Thurn und Taxis-post in 1852]]
 
'''Von Thurn und Taxis''' (ook ''Thurn en TaxisTassis'' in het Nederlands) is een Duits adellijk geslacht van Italiaanse herkomst dat door zijn activiteiten in het [[Postbedrijf|postwezen]] grote rijkdom verwierf. De huidige vorst, [[Albert II von Thurn und Taxis]], resideert in het Fürstliches Schloss van [[Regensburg]]. InTwee Brusseleeuwen bezatlang was de familie degevestigd in Brussel, waar ze een [[hof van Thurn en Tassis|stadspaleis]] bezat (ca. 1500-1700). De nog bestaande gebouwensite van [[Thurn en Taxis (Brussel)|Thurn en Taxis]] was toentertijd het graasland voor de postpaarden.
 
== Geschiedenis ==
=== Herkomst ===
Het geslacht zou afstammen van de [[Milaan (stad)|Milanese]] familie De la Torre ("van de Toren", later verbasterd tot ''Thurn''). In de 14e eeuw vestigde het zich in het gebied van [[Bergamo (provincie)|Bergamo]], waar het naar de berg Tasso ([[das (dier)|das]]) de naam Del Tasso of De Tassis aannam (later verbasterd tot ''Taxis'').
Het geslacht stamt af van de Italiaanse familie Tasso uit [[Val Brembano]] in de streek van [[Bergamo (provincie)|Bergamo]].<ref>Latere varianten: Tassi, Tassus, Tassis, Tasis, Thassis, Tässis, Tarsis, Targis, Taxus, Taxius, Taxis, Täxis, Taxys, Tazis, Tarzis en Tazzys. In het Duits sprak men ook over Daxen.<ref> De eerste archivalische vermelding gaat terug tot Reinerius de Tasso in 1117.<ref>{{aut|Anna Perico Baldini}}, [http://www.valbrembanaweb.it/alta-valle-brembana/pdf/16.pdf Dei Tassi di Alta Valle Brembana] {{pdf}}, in: ''L'alta Valle Brembana'', 1926, blz. 173-177</ref> Onder druk van een vete tussen de [[Welfen|Welfische]] Colleoni en de [[Ghibelijnen|Ghibelijnse]] Suardi, verhuisden ze van [[Almenno]] naar het meer afgelegen dorp [[Cornello dei Tasso]].
 
Er bestaan twee verklaringen voor het [[patroniem]] Tasso, dat in het Italiaans zowel [[taxus]] als [[das (dier)|das]] betekent. Beide soorten kwamen voor in de Brembanovallei. Soms wordt een verband gelegd met een Taxusberg (Tasso) bij Cornello dei Tasso, maar dit is een [[anachronisme]] (de eerste naamdrager Reinerius woonde elders). In elk geval is het de das die op het [[wapenschild]] van de familie prijkte.
 
In 1512 verhief [[keizer Maximiliaan I]] de Tassi in de adel. Zelfs dan waren hun rijkdom en aspiraties te groot om een afstamming die hen terugvoerde tot bescheiden ridders te aanvaarden. Gelukkig bleek na [[genealogisch]] onderzoek in eigen opdracht dat ook de illustere familie De la Torre uit [[Milaan (stad)|Milaan]] tot hun voorouders behoorde ("van de Toren", verfranst tot "de la Tour" en verduitst tot ''von Thurn'').<ref>{{aut|Jules Chifflet}}, ''Les marques d'honneur de la maison de Tassis'', Antwerpen, Plantijn, 1645</ref> Deze proeve van verbeeldingskracht werd erkend door [[keizer Ferdinand III]] (1650) en de torens van de ''Torriani'' kregen een plaats op het blazoen van de Tassi, die voortaan een dubbele naam hadden.
 
=== Post ===
De patriarch van de postdynastie was [[Omodeo Tasso]], het eerste familielid dat in Cornello dei Tasso te situeren is. Eind 13e eeuw organiseerde hij met 32 verwanten de ''Compagnia dei Corrieri'', een koeriersmaatschappij die werkte in opdracht van de [[Republiek Venetië|Serenissima]]. Ze verzorgde verbindingen te voet tussen [[Venetië]], Milaan en [[Rome]], naast andere bestemmingen ([[Genua]]).<ref>{{aut|Marco Pozza}}, [https://www.academia.edu/10862240/Lettere_pubbliche_e_servizio_postale_di_stato_a_Venezia_nei_secoli_XII-XIV_di_Marco_POZZA Lettere pubbliche e servizio postale di stato a Venezia nei secoli XII-XIV], in: ''Venezia. Itinerari per la città'', Bologna, Il Mulino, 1997</ref> De Bergamoten hadden altijd al een grote plaats ingenomen binnen de oude Venetiaanse postdienst (koeriers gingen in Italië ''bergamaschi'' heten). Eind 15e eeuw organiseerden ze zich tot de ''Compagnia dei Corrieri dei Roma'', een vennootschap onder controle van de familie Tasso.
Sinds circa 1290 leidden twee leden van dit geslacht reeds koeriersdiensten tussen de Italiaanse stadstaten. In de 15e en 16e eeuw verspreidden verschillende takken zich over de [[Kerkelijke Staat]] en de [[Habsburg]]se landen en richtten daar het postwezen in. [[Franz von Taxis]] verzorgde sinds 1489 als postmeester van de Duitse [[keizer Maximiliaan I]] en sinds 1504 van [[Filips I van Castilië|Filips de Schone]] met zijn postrijders de vorstelijke en private post in het gehele [[Heilige Roomse Rijk]] en [[Spanje]]. Zijn neef [[Johann Baptista von Taxis]] werd op 31 mei 1512 door Maximiliaan I als rijksridder in de rijksadel opgenomen en werd te [[Brussel (stad)|Brussel]] algemeen hoofdpostmeester van [[keizer Karel V]].
 
Andere leden van de familie werden naar de [[Kerkelijke Staat]] geroepen om de pauselijke post te verzorgen. Ze deden dit van 1460 tot 1539. Het waren twee broers uit een andere tak die de zaak uiteindelijk naar een Europees niveau tilden: Janetto en Francesco. Janetto sloot als familiehoofd ''(procuratore generale della famiglia e società di Tassi)'' een contract met [[keizer Maximiliaan I]] om een echte transnationale post op te zetten (1489-90). Hij moest het hoofdkwartier van de keizer te [[Innsbruck]] verbinden met Italië, de [[Bourgondische Nederlanden]] ([[Mechelen (stad)|Mechelen]]) en [[Frankrijk]]. Janetto kreeg de titel ''Kuriermeister'' en deed een beroep op zijn broer Francesco en zijn neef Giovanni Battista. Onder leiding van het drietal ontstond een vernieuwende [[estafette]]dienst die berichten liet reizen met een in Europa niet eerder geziene snelheid. Dankzij een opeenvolging van pleisterplaatsen langs de routes was het mogelijk om voortdurend van paarden en rijders te wisselen. Enkel de leren posttas ("Felleisen") was constant in beweging.
 
Rond 1500 vestigde Frans van Tassis zich in de Nederlanden, nadat zijn broer David de weg had voorbereid. Onder Maximiliaans zoon [[Filips I van Castilië|Filips de Schone]] werd hij postmeester en -kapitein en liet hij een [[hof van Thurn en Tassis|fraai stadspaleis]] optrekken in Brussel.<ref>''capitaine et maistre de nos postes'' (postcontract van 1 maart 1501)</ref> Nadat de regering van Spanje de facto aan Filips was toegevallen, hernieuwde hij zijn overeenkomst met Frans van Tassis. In het nieuwe postcontract van 18 januari 1505 waren meer bestemmingen opgenomen en voor het eerst ook bindende besteltermijnen (verlengd in de winter). De postmeester stond met zijn leven in voor de strikte naleving ervan. Vanuit Brussel vertrok een stervormig netwerk van postroutes: naar Innsbruck, naar Parijs-[[Blois]]-[[Lyon]], naar [[Toledo]]-[[Granada]]. Voor de belangrijke route naar Spanje was een alternatief voorzien via de [[Alpen]] en de zee in geval van oorlog met Frankrijk.
 
In 1508 viel Janetto van Tassis in ongenade nadat hij geprangd was geraakt in een oorlog tussen Maximiliaan en Venetië. De keizer behield het vertrouwen in de overige Tassi, maar ze kregen te maken met de nieuwe landvoogdes der Nederlanden, [[Margaretha van Oostenrijk (1480-1530)|Margaretha van Oostenrijk]]. Deze dochter van Maximiliaan beknibbelde op de kosten van pleisterplaatsen en paarden en ze ging in tegen de wensen van haar vaders kanselarij. Toch werd [[Johan Baptista van Tassis]] op 31 mei 1512 als [[rijksridder]] opgenomen in de rijksadel.<ref>{{aut|Joseph Rübsam}}, ''Johann Baptista von Taxis'', Herder, Freiburg im Breisgau, 1889</ref>
 
Met de troonsbestijging van [[keizer Karel V]] in 1515 kreeg de Tassispost een nieuwe impuls (overeenkomst van 12 november 1516). De reistijden werden verder ingekort en er kwamen nieuwe bestemmingen ([[Rome]], [[Napels]] en [[Burgos]]). Kort nadien stierf Frans. Jan Baptista, die als ''aide et adioint'' het contract al mee had ondertekend, kreeg een nieuwe overeenkomst voorgeschoteld (20 december 1517). Hij ondertekende ze in [[Valladollid]] met [[Maffeo van Tassis]], de familie-afgevaardigde in Spanje. In 1520 werd Jan Baptista te Brussel algemeen hoofdpostmeester van de Habsburgse landen.<ref>''Chief et maistre general de noz postes par tous noz royaumes, pays et seigneuries''</ref>
 
Aan het einde van de 16e eeuw werden de posterijen in de Duitse landen een [[heerlijke rechten|heerlijk recht]]. [[Lamoral von Taxis]] werd in 1615 erfelijk hoofdpostmeester van het Rijk en verwierf voor zijn geslacht op 8 juni 1624 de titel van rijksgraaf, nadat op 16 januari 1608 al de titel rijksvrijheer was verleend. De hieruit voortvloeiende quasi-[[monopolie]]positie bracht de familie politieke invloed en een enorme rijkdom. In de eeuwen die volgden beheerde het geslacht plaatselijke en nationale postdiensten in het [[Heilige Roomse Rijk]], Spanje, Italië, [[Hongarije]] en de [[Lage Landen (staatkunde)|Nederlanden]], waarbij het 20.000 koeriers in dienst had en ook [[krant]]en bezorgde.
 
=== Investeren in land ===
De familie investeerde ook in land en dat zou uiteindelijk tot een eigen rijksvorstendom leiden. In 1618 verwierven zij Rohrenfels in het vorstendom [[Palts-Neuburg]] en lieten hier een slot bouwen. Deze bezitting was echter niet [[rijksvrijheid|rijksvrij]]. In 1635 werd hun de Spaanse titel graaf de la Tour et Valassina verleend. In 1647 verwierven ze door huwelijk van de familie Fauler von Randeck de heerlijkheid Horn. Dit gebied maakte deel uit van het kanton Kocher van de Rijksridderschap. Verder in 1648 een kwart van de burcht en heerlijkheid Wäschenbeuren, dat ook deel uitmaakte van rijksridderschappelijk gebied. Vanaf 1650 mochten ze binnen het Heilige Roomse Rijk de dubbele naam Thurn und Taxis voeren. Op 19-2-1681 werden hun bezittingen in de Spaanse Nederlanden (Kasteelbrakel en Haut-Ittre) verheven tot een Spaans vorstendom Thurn und Taxis. De heerlijkheid Horn werd in 1681 verkocht aan de familie Reichlin von Meldegg.
 
[[Eugen Alexander von Thurn und Taxis]] werd in 1686 door [[keizer Leopold I]] in de [[rijksvorst]]enstand verheven, een status die op 4 oktober 1695 erfelijk werd. In 1701 werd de familie tijdens de [[Spaanse Successieoorlog]] uit de Nederlanden verdreven en vestigde zich in [[Frankfurt am Main]], waar het [[Paleis Thurn und Taxis]] werd gebouwd.
 
Op 19 augustus 1723 werd de [[rijksheerlijkheid Eglingen]] gekocht van de laatste graaf van Grafeneck. Daardoor kwam de familie in 1724 in het bezit van een zetel op de bank van de graven van Zwaben in de [[Rijksdag (Heilige Roomse Rijk)|Rijksdag]]. In 1724 lukte het ook een zetel met stemrecht te verwerven in de [[Keur-Rijnse Kreits]] zonder dat ze rijksvrije bezittingen hadden in die Kreits. Ze kregen die zetel vanwege een lening van 80.000 rijksdaalders aan de keizer. Vervolgens werden ze in 1726 toegelaten tot de graven- en herenbank van de [[Zwabische Kreits]] wegens het bezit van Eglingen. De in 1723 van de familie Schenk von Castell gekochte heerlijkheid Dischingen met het slot Trugenhofen was niet zelfstandig, maar behoorde tot het vorstendom Palts-Neuburg. De heerlijkheid werd in 1773 voor een groot bedrag losgekocht uit de landshoogheid van Palts-Neuburg, en het slot Trugenhofen werd in 1817 omgedoopt tot slot Taxis. In 1735 werd de heerlijkheid Duttenstein met de dorpen Demmingen en Wagenhofen gekocht van de familie [[Fugger (geslacht)|Fugger]] en in 1741 het dorp Trugenhofen van de vrijheer van St. Vincent.