Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
lemma link toegevoegd
k Link naar doorverwijspagina Paardenkracht gewijzigd in Paardenkracht (eenheid) met DisamAssist.
 
(5 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
[[bestandBestand:Marius Berliet en 1911.jpg|miniatuur|[[Marius Berliet]] (1911)]]
[[bestandBestand:Usine Berliet - Atelier de montage des camions pour l'armée - Lyon - Médiathèque de l'architecture et du patrimoine - APZ0001128.jpg|miniatuur|De productie van legervoertuigen in de fabriek in Lyon]]
[[Bestand:Berliet WWI Memorial de Verdun.jpg|miniatuur|De [[Berliet CBA]] voorzag het oorlogsfront bij [[Slag om Verdun|Verdun]] in 1916 van nieuwe voorraden en werd tot 1932 geproduceerd]]
[[Bestand:Berliet 'Dauphine' berline ca 1936 Schaffen-Diest 2013.JPG|miniatuur|Berliet Dauphine 11CV (ca. 1936)]]
Regel 7:
== Begintijd ==
;1894-1905
* [[Marius Berliet]] (1866-1948) stamde af van grootouders die boeren waren en wiens ouders het vak van zijdewever in zijdestad [[Lyon]] begonnen. Het was de bedoeling dat Marius het familiebedrijf zou voortzetten. Zijn passie ging echter meer uit naar het mechanische, het technische. Omstreeks 1890 dringen de berichten over de toen net uitgevonden [[verbrandingsmotor]] ook door in handelsstad Lyon. Marius was niet opgewassen tegen de verleiding zich ook met deze techniek bezig te houden. Het moest toch mogelijk zijn het paard voor de wagen te vervangen door een motor in de wagen.
*In 1893 begon hij met uitdenken en construeren van zijn eerste verbrandingsmotor. Dit werk resulteerde in 1894 in de eerste functionerende automobiel van de hand van Berliet. Achteraf gezien was het een bijna ongelofelijke prestatie die hij daarmee leverde: weinig ervaring, nauwelijks gereedschap en materialen en toch een verbrandingsmotor bouwen en aan de praat krijgen. Hij begon met automobielen met eencilindermotoren, in 1900 gevolgd door voertuigen met tweecilindermotoren.
*In 1902 nam Berliet de activiteiten van de constructeur Audibert et Lavirotte uit Lyon over en begon de constructie van modellen met viercilindermotoren voorzien van ‘honingraat-radiateurs’ en een dragende constructie van [[metaal]] in plaats van (het toen gebruikelijke) hout.
*In 1905 wenste het bedrijf ‘''American Locomotive Company''’ - tot dat moment fabrikant van uitsluitend locomotieven - automobielen te ontwikkelen en fabriceren. Dit bedrijf deed Berliet een bod op zijn [[chassis]]ontwerp omdat deze constructie bijzonder robuust was.
*Het geld dat hij met deze verkoop verdiende stak Marius Berliet in uitbreiding van het bedrijf. Tegelijkertijd is deze transactie de herkomst van de gestileerde Amerikaanse stoomlocomotief in het beeldmerk van Berliet. Vóór de [[Eerste Wereldoorlog]] beschikte Berliet over een modellengamma met vermogens tussen de 8 en 60 [[Paardenkracht (eenheid)|pk]]. Het merendeel van de modellen was voorzien van een viercilindermotor (2412 cm³ en 4398 cm³) en er was ook een versie met 9500 cm³ verkrijgbaar.
 
;1910-1920
Regel 49:
 
;1953
*In 1953 ontwikkelde Berliet een nieuwe dieselmotor met de aanduiding MDZ. Deze had 6 cilinders, 9,5 liter zuigerverplaatsing en tussen de 150 en 180 pk. Deze motor werd gemonteerd in het normaalstuurmodel met de naam TLR10, met twee soorten versnellingsbak (met 5 of 8 versnellingen), luchtvering en slaapcabine als optie. De TLR10 werd in de jaren 1953–1958 geproduceerd als chassis met een PTAC van 18 ton en als [[Trekker (vrachtwagen)|trekker]] met een PTRA tussen de 26 en 32 ton. PTRA is ''poids total roulant autorisé'' ofwel de totale massa van [[Trekker (vrachtwagen)|trekker]] plus [[oplegger]]/[[aanhanger]]. Ook de serie GLM 10 - met een tienversnellingsbak en 19 ton PTAC - beschikte over een MDZ-motor en werd tot 1972 geproduceerd.
 
;1956
*In 1956 lanceerde het bedrijf de serie GBO met een 15 liter MDO-diesel met tussen de 200 en 320 pk en twee typen versnellingsbakken (type FBOTP met vijf of 20 versnellingen), luchtvering en verkrijgbaar als 6x4 en 6x6. Dit voertuig werd vooral ingezet bij de bouw van stuwdammen, autosnelwegen, havens en raffinaderijen. Als chassis had dit model 45 ton PTAC en als [[Trekker (vrachtwagen)|trekker]] 60 ton PTRA als specificatie.
 
=== Speciale voertuigen: de T100, een legende ===
Regel 63:
 
== Van 1958 tot 1966 ==
[[bestandBestand:Logo Berliet 1959.svg|miniatuur|Laatste logo van Berliet, geïntroduceerd in 1959]]
;1958
*In 1958 introduceerde de onderneming de modellenreeks GAK, een vrachtauto met frontstuurcabine met Perkins-diesel (6 cilinders, 4,73 liter, 89 pk, een handgeschakelde vijfbak, luchtremmen en totaal voertuiggewicht van 8,5  ton als [[Trekker (vrachtwagen)|trekker]]/[[oplegger]]-combinatie (‘PTRA’)). Ook in 1959 lanceerde de firma haar nieuwe cabine voor zowel normaal- als frontstuurcabines met de naam Relaxe.
 
;1958
Regel 80:
 
;1962
*De Berliet PH 8-100, het eerste model in de modellenreeks PH 100 werd gepresenteerd in [[Les Mines]] op 17 maart 1961 en was toen voorzien van een vijfcilindermotor. Op 30 september van datzelfde jaar werd de zescilinder-variant, de PH 10-100 gepresenteerd. De PH 100 was bedoeld als directe concurrent met de Saviem-modellen SC 2 en SC 4. De PH 100 werd in diverse deurconfiguraties aangeboden: 0-4-4 ; 4-4-4 en een zeldzame 404 (zonder centrale deurpartij). Een speciale versie op maat werd geleverd in 042 aan Lyon (OTL). De aan Lyon geleverde exemplaren - goed gemotoriseerd voor die tijd - werden ingezet op de westelijke, over heuvelachtig terrein leidende lijnen (29/30/44/46...) van het stadsbusnet te Lyon, waar ze tot [[1979]] dienstdeden. Van het afgebeelde exemplaar - toebehorend aan RBL (''Rétro Bus Lyon'') - werd de restauratie afgerond in 1985. Verdere gegevens: bouwjaar 1964, zitplaatsen 24 + 1, maximumsnelheid 60 km/h, zescilindermotor Berliet mh 620/40 met 180 pk (SAE), versnellingsbak Wilson [[semi-automaathalfautomatische versnellingsbak]] van Wilson.
 
;1964
Regel 87:
 
;1964
[[bestandBestand:Berliet wrecker pic1.JPG|miniatuur|[[Berliet GBU 15]], later bleek er ook een Chinese versie van te bestaan]]
*In 1964 herstelde Frankrijk de diplomatieke betrekkingen met communistisch China. Op initiatief van generaal [[Charles de Gaulle|De Gaulle]] legde Paul Berliet contacten in de [[Volksrepubliek China]]. Deze contacten resulteerden in een tegenbezoek van een Chinese delegatie technici in Lyon. De Chinezen verwierven een [[licentie]] om te produceren en verlieten Frankrijk met in hun bagage meer dan 80 ton tekeningen, documenten en foto’s waarna het oorverdovend stil werd van Chinese zijde. Tot op een goede dag in 1978 - 14 jaar nadat de Chinese delegatie Lyon had verlaten - een persagentschap foto's publiceerde waarop voertuigen te zien waren die duidelijk als Berliets herkenbaar waren…… Wat bleek: Ten gevolge van de [[Culturele Revolutie]], die in de jaren zestig in China woedde, was alle vervolgcontact op de eerste missie in 1964 afgekapt door de Chinese autoriteiten. Later 1978 kwam er een nieuwe technische delegatie uit China naar Lyon met een verzoek om ondersteuning bij de productie. Achteraf bleek men in staat geweest, in 1965 de productie te starten en te laten voortduren tot 1978 inclusief het gebruikelijke detailverbeteringswerk. Het gebrek aan technisch vermogen om een eigentijdse opvolger (zowel qua productie als qua voertuigtechniek) te ontwikkelen bracht de Chinezen terug in Lyon. Vooral technische motorontwikkeling en gereedschapmakerij waren gebieden waarop de Chinezen ontwikkeling zochten. Ze hadden op technisch gebied ruwweg 20 jaar stilgestaan. In 1980 stelde een nieuwe overeenkomst de Chinezen in staat eigentijdse trucks te produceren en versterkte Berliets handelspositie in China aanzienlijk.
 
Regel 116:
*** de Cummins VT1710C (21 liter, 12 cilinders, 635 pk, een semiautomatische transmissie van het merk Allison met 6 versnellingen, luchtremmen in 4x2-configuratie met 60 ton nuttig laadvermogen en 102,5 ton PTAC. De toenmalige [[Sovjet-Unie]] bestelde 81 exemplaren van deze kippers voor gebruik in de koper- ijzer- en kobaltmijnen in de regio [[Gaï]] in het zuiden van de [[Oeral (gebergte)|Oeral]].
** De GR250 met dieselmotor MD63540 met [[Dieselmotor#Werkingsprincipe|directe inspuiting]], zes cilinders, 12 liter cilinderinhoud, 250 pk, een handgeschakelde twaalfversnellingsbak, luchtremmen, als chassis een PTAC van 19 ton en als trekker een PTRA van 35 ton.
* In deze periode is het modellen-assortiment van Berliet buitengewoon uitgebreid en complex, met 77 'standaard' typen en 35 'speciale' typen zoals [[vierwielaandrijving|4x4]] en 6x6-voertuigen. Daar kwamen nog eens 18 modellen bij zoals [[brandweerauto]]'s, [[hulpdienst]]voertuigen en takelwagens alsook 30 [[lijnbus]]sen c.q. (semi-)[[Toerwagen (carrosserie)|toerwagen]]s. De meeste van deze modellen waren leverbaar met meerdere wielbases en er werden daarbovenop ook modellen aangeboden met alternatieve motoren. Om deze complexiteit in het aanbod rationeel te kunnen produceren werd reorganisatie op fabrieksniveau noodzakelijk, deels ook als uitvloeisel van de reeds halverwege de jaren zestig ingezette decentralisatie. Zo werd de productie van ''[[complete knocked down]] kits'' voor export in 1969 geconcentreerd te [[Vénissieux]] en werd de as-productie in 1970 uitgeplaatst uit de centrale fabriek naar een nieuw onderkomen te [[Saint Priest]]. Versnellingsbakken kwamen vanaf 1970 uit de fabriek te [[Saint-Étienne]].
 
;1970
* In 1970 presenteerde Berliet de GX0 op de ''Salon De Paris'', waarvan slechts één exemplaar werd gebouwd. Dit voertuig was voorzien van een [[General Motors|GM]]-dieselmotor met 16 cilinders met 18,588 liter en 530 pk bij 2100 tpm en een vijftraps [[semi-automaathalfautomatische versnellingsbak]], langs- en dwarssperdifferentiëlen, luchtremmen, [[Michelin]] lagedrukbanden zonder luchtkamer in 6x6-configuratie als chassis met een PTAC van 75 ton en als trekker met een PTRA tussen 120 en 280 ton.
 
;1971
Regel 135:
* In 1972 ontwikkelde Berliet twee vrachtwagenmodellen:
** De TR280, met de frontstuurcabine ‘KB2400’, met een dieselmotor type ‘MDS’ (directe inspuiting, turbocompressor, 6 cilinders, 12 liter cilinderinhoud, 266 pk bij 1800 tpm, achtbak, luchtremmen, één of twee slaapkooien en een derde (midden-)stoel als optie) als chassis met een PTAC van 19 ton en als trekker met een PTRA tussen de 35 en 38 ton (de toenmalige Europese norm).
** De TR320, met de frontstuurcabine ‘KB2400’, met een dieselmotor type ‘MDS’ (directe inspuiting, turbocompressor, 8 cilinders, 15 liter cilinderinhoud, 310 pk bij 2300 tpm, achtbak, luchtremmen) als chassis met een PTAC van 19 ton en als [[Trekker (vrachtwagen)|trekker]] met een PTRA tussen de 35 en 38 ton (de toenmalige Europese norm) in 6x4-configuratie, als chassis met een PTAC van 22,5 ton en als trekker een PTRA van 38 ton oplopend tot 120 ton voor buitengewoon transport.
 
;1973
Regel 152:
*Omdat Berliet en [[Saviem]] zich beiden in het Niemandsland tussen specialist en massaproducent bevonden besloot de regering tot een fundamentele herschikking en sanering in de Franse voertuigproductie.
* [[Peugeot]], de sterkste private personenautoproducent in Frankrijk, werd aangewezen om het in moeilijkheden verkerende Citroën in te lijven in wat later [[PSA Peugeot Citroën|PSA]] zou worden - met behoud van de Citroën-identiteit. Peugeot ontving voor deze operatie één miljard [[Franse frank]] [[subsidie|staatssteun]], een astronomisch bedrag naar toenmalige verhoudingen.
*In hetzelfde directief verordonneerde de Franse regering dat Renault het familiebedrijf Berliet moest overnemen en samensmelten met de ontwikkeling, productie en verkoop van bedrijfswagens van het merk Saviem, de bedrijfswagendochter van de Régie Renault. Renault kreeg voor dit project steun in de vorm van 500 miljoen Franse frank – in 2009 ondenkbaar.
* [[Saviem]] zelf was een samensmelting van [[Latil]], [[Somua]] en Renault, die in de jaren vijftig vorm had gekregen maar niet winstgevend was. Bovendien had Saviem geen ervaring met het ontwikkelen en bouwen van zware vrachtwagens.
*De samensmelting was geen snelle operatie: de merken, de modellen en de dealernetwerken bleven vooralsnog parallel bestaan. Vanaf 1978 kregen de middelzware Berliet-trucks ook de modulaire Viererclubcabine, hetgeen ze zeer moeilijk van Saviem-exemplaren te onderscheiden maakte. Elk type in deze serie was verkrijgbaar onder de merknamen Berliet, Renault of Saviem.
Regel 184:
**[[Karrier]]/[[Rootes]] in Engeland (bouwde Dodge 50),
**[[Barreiros (vrachtwagenmerk)|Barreiros]] / [[Dodge (automerk)|Dodge]] in [[Spanje]] (bouwde bus- en vrachtwagenchassis). Door deze aankoop betrad Renault de Engelse markt voor lichte tot middelzware bedrijfsvoertuigen.
*De Dodge 50-serie, later verkocht als Renault 50, waren lichte bedrijfswagens geproduceerd in Engeland tussen 1979 en 1993. Dit was de laatste erfenis van wat ooit Karrier maakte aan bedrijfswagens. De 50-serie omvatte een breed sortiment chassis- en carrosserieconfiguraties, inclusief twee duidelijk verschillende cabine-ontwerpen. Het laadvermogen van de modellen bewoog zich tussen 3500 en 7500 kg. Er waren ook diverse motoren verkrijgbaar, waaronder de een [[Perkins Engines|Perkins]] [[Phaser]]. Er was ook een 4x4 en de diverse carrossiers bouwden het voertuig zeer uiteenlopend op van kipper tot minibus.
*In Spanje werd de vennootschap met de naam Barreiros / Dodge omgedoopt tot RVI España. De PR100 werd aldaar geassembleerd en kreeg een lokale carrosserie van Hispano Carrocera. Deze combinatie was een logisch vervolg op de nauwe samenwerking tussen de oude fabriek van Barreiros en Hispano Carrocera, voorganger van [[Van Hool]] España. Deze fabriek maakte ook dehet chassis welke later verkocht zouden worden als Renault A290 et A320. Deze chassis werden van Spaanse carrosserieën voorzien, zoals die van [[Ugarte]], [[Unicar]] en [[Ebrocar]].
*In 1983 werd de serie G geïntroduceerd met zescilinder 9,8 MIDR-motoren met een vermogen tussen de 182 en 338 pk en twee typen versnellingsbak (met 9 en 18 versnellingen), luchtvering, luchtremmen (met ABS) als 4x2, 6x2 en 6x4. Het model gebruikte de vergrote Viererclub cabine (zoals Volvo dat ook deed met zijn FH 8). Als chassis kan het model een PTAC van 26 ton hebben en als combinatie trekker oplegger een PTRA van 44 ton. De G-serie, die overigens veel gebruikt wordt voor openbare diensten, werd omgedoopt tot ‘Manager’ in 1991 en de productie werd gestaakt in 1996.
*In 1983 presenteerde Renault zijn nieuwe toerwagen, de FR1. Dit model werd behoorlijk geliefd zowel bij toerwagenexploitanten als bij lijndienstexploitanten voor lijndiensten op de lange afstand. Buiten Frankrijk betekende deze toerwagen commercieel niet veel.
Regel 193:
 
;1988
*In 1988 introduceert Renault de Midliner, een chassis voor stedelijk distributiewerk met een turbo-geladen viercilinder, 3,8 liter, 98 pk krachtbron met een handgeschakelde 5 of 9-bakstransmissie en wielbases tussen de 3,86 en 5,90 meter en tussen de 6 en 9 ton PTAC. Als optie werd ook de MIDR 6 cilinder, 6,18 liter, 196 – 226 pk motor met een wielbasis van 10,18 meter aangeboden, voorzien van luchtvering en met 15,7 PTAC. Als [[Trekker (vrachtwagen)|trekker]] heeft de Midliner een PTRA van 35 ton. De cabine is een late en opgepoetste versie van de ‘Viererclub-Cabine’. Dit is vooral te zien aan de deuren en zijpanelen van de cabine.
 
;1990
Regel 245:
*Vanaf 2008 biedt Renault zijn vierasser uit de Kerax-serie aan met hetzelfde 460 of 500 pk, 13 liter DXi13-blok als gemonteerd in de Magnum. De 460 pk DXi13 levert een koppel van 2300 Nm terwijl de 500 pk zescilinder een koppel van 2450 Nm levert.
*De Premium Lander 8x4 maakt de zes- en achtassers compleet. Dit voertuig is ontworpen om een optimum aan nuttig laadvermogen en overige specificaties voor de bouwplaats en aanverwante inzet te bieden. De Premium Lander is speciaal geschikt gemaakt om te worden opgebouwd met betonmortelmixers, kranen, kiepbakken, afvaltransportbakken et cetera.
*De superaerodynamische ‘Optifuel Lab’ [[Trekker (vrachtwagen)|trekker]]-[[Oplegger|trailer]]-combinatie van Renault die in 2008 een besparing in brandstofconsumptie van 13% liet zien in een rechtstreekse vergelijking met een gelijkwaardige combinatie (zijnde een 450pk-DXi trekker-trailercombinatie als referentievoertuig) zonder deze aerodynamische optimalisatie. De Optifuel Lab verbruikt 4,5 liter op 100 kilometer en produceert 120g minder CO<sub>2</sub> per gereden kilometer. Op het front van de Optifuel Lab is afgeronde en (met 300&nbsp;mm) verlengde neus en meegebogen bumpers gemonteerd. Aan de achterkant heeft de bijpassende trailer een extra luchtgeleider met een lengte van 700mm. De [[Lamberet]]-koeloplegger heeft een licht gerond dak om het waterdruppelprofiel te benaderen.
 
== Modellen ==
Regel 254:
 
== Literatuur ==
* {{en}}{{Aut|Pat Kennett}} ''Berliet'' Uitgeverij: Patrick Stephens Limited, 1981, {{ISBN|0 85059 450 2}}
 
{{Commonscat|Berliet vehicles}}
 
[[Categorie:Berliet| ]]