Dutch

edit

Etymology

edit

From gelijk +‎ ver- -en.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /vər.ɣəˈlɛi̯.kə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ver‧ge‧lij‧ken
  • Rhymes: -ɛi̯kən

Verb

edit

vergelijken

  1. (transitive) to compare

Conjugation

edit
Conjugation of vergelijken (strong class 1, prefixed)
infinitive vergelijken
past singular vergeleek
past participle vergeleken
infinitive vergelijken
gerund vergelijken n
present tense past tense
1st person singular vergelijk vergeleek
2nd person sing. (jij) vergelijkt, vergelijk2 vergeleek
2nd person sing. (u) vergelijkt vergeleek
2nd person sing. (gij) vergelijkt vergeleekt
3rd person singular vergelijkt vergeleek
plural vergelijken vergeleken
subjunctive sing.1 vergelijke vergeleke
subjunctive plur.1 vergelijken vergeleken
imperative sing. vergelijk
imperative plur.1 vergelijkt
participles vergelijkend vergeleken
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

edit

Descendants

edit
  • Afrikaans: vergelyk
  • Negerhollands: vergliek, verglik